Huishoudelijk Reglement

There are also English translations of this document available, which you can find by switching the language of the webpage to English. Please note that these translations are not legally valid by Dutch law. If you want to know more about this or have any questions about the content of this document, please ask the board.

Studievereniging GEWIS

Huidige versie sinds AV 197, geldend vanaf 28 november 2023

REGLEMENT.

HR artikel 1.

  1. Dit reglement dient als aanvulling op de statuten van GEWIS vastgesteld op 28 juni 2021.
  2. In dit reglement worden de begripsbepalingen gebruikt zoals gedefinieerd in Artikel 3 van deze statuten.

SAMENSTELLING DER VERENIGING.

HR artikel 2.

  1. Gewone leden zijn zij die voldoen aan de in de statuten gestelde voorwaarden. Het gewone lidmaatschap wordt telkens aangegaan tot het einde van het verenigingsjaar en wordt ieder jaar stilzwijgend verlengd indien het lid aan de in de statuten gestelde voorwaarden voldoet.
  2. Externe leden zijn zij die voldoen aan de in de statuten gestelde voorwaarden. Het lidmaatschap wordt aangegaan tot het einde van het verenigingsjaar en kan jaarlijks verlengd worden.
  3. De gewone en externe leden zijn gehouden tot het betalen van een contributie van 15,00 euro bij het aangaan van het lidmaatschap. Indien een lid reeds eerder contributie heeft betaald, zijn zij gehouden tot het betalen van een contributie van 0,00 euro bij het aangaan van het lidmaatschap.
  4. Na betaling van de contributie reikt het bestuur op verzoek een lidmaatschapskaart, die voorzien is van een merk van de vereniging, uit aan het lid. Deze kaart dient als bewijs van betaling van de contributie.

AFGESTUDEERDEN EN DONATEURS.

HR artikel 3.

  1. Afgestudeerden zijn zij die voldoen aan de in de statuten gestelde voorwaarden. Afgestudeerden genieten hun rechten tot het einde van het verenigingsjaar. Dit kan jaarlijks op verzoek van de afgestudeerde door het bestuur verlengd worden.
  2. De minimumbijdrage per jaar voor donateurs bedraagt 5,00 euro.

BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING.

HR artikel 4.

  1. Oproeping van de ALV geschiedt door het verwittigen van de leden, via e-mail en via een zichtbare aankondiging in de ruimte. In deze oproep moet in ieder geval zijn vermeld; de agenda, de datum, het tijdstip van aanvang en de plaats van de vergadering.
  2. Alle te behandelen stukken dienen één werkdag voor aanvang van de vergadering op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage te liggen tot na afloop van de laatste dag der vergadering.
  3. De notulen van de vorige ALV en, indien van toepassing, de begroting van volgend boekjaar en de afrekening van vorig boekjaar dienen één week voor aanvang van de vergadering op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage te liggen.
  4. Van alle stukken kan een lid één exemplaar meenemen of bij het bestuur afhalen.

MACHTIGINGEN.

HR artikel 5.

  1. Door het bestuur uitgenodigde personen, wier aanwezigheid relevant kan zijn, worden toegelaten tot een bijeenkomst van de ALV.
  2.  
    1. Een machtiging geschiedt door het bij het bestuur inleveren van een ondertekende verklaring van machtgever waarin in ieder geval staat wie gemachtigd wordt en voor welke vergadering.
    2. Het inleveren dient te geschieden voor aanvang van de vergadering. Indien het een machtiging betreft voor een deel van de vergadering, dient inlevering te geschieden voor aanvang van dat deel van de vergadering.
    3. Inleveren kan schriftelijk bij de secretaris van GEWIS of via een digitaal ondertekende verklaring op een door het bestuur aangewezen pagina op de GEWIS-website.
  3. Een machtiging is niet geldig voor die perioden waarin de machtgever op de ALV aanwezig is.
  4. Een machtgever kan zijn machtiging ongedaan maken door het bij het bestuur inleveren van een schriftelijke en ondertekende verklaring waarin in ieder geval staat welke machtiging wordt ingetrokken of de machtiging op de door het bestuur aangewezen pagina op de GEWIS-website terug te trekken. Dit ongedaan maken geschiedt niet met terugwerkende kracht.

BESLUITVORMING IN DE ALV.

HR artikel 6.

  1. Bij een meerkeuzestemming over zaken is het toegestaan om op meerdere voorstellen te stemmen. Het voorstel met de meeste stemmen is aangenomen.
    Bij ex aequo wordt een herstemming gehouden tussen de ex aequo voorstellen.
  2. Procedure schriftelijke stemming:
    1. Er wordt een stemcommissie van ten minste 2 personen, gekozen uit de aanwezigen, in het leven geroepen door het bestuur. Deze personen moeten onafhankelijk zijn met betrekking tot hetgeen waarover gestemd wordt. Deze onafhankelijkheid wordt door de ALV bepaald.
    2. De stemcommissie verspreidt de stembriefjes (die gevalideerd zijn door het bestuur) en haalt deze ook weer op, waarna zij in afzondering de stemmen telt.
    3. De stemcommissie maakt de uitslag, met aantallen, tenzij de ALV voorafgaand aan de stemming anders beslist, openbaar.
    4. Een eventuele herstemming geschiedt met dezelfde stemcommissie, tenzij de ALV anders bepaalt.

JAARVERSLAG.

HR artikel 7.

  1. KCC-leden mogen geen deel uit maken of deel uit hebben gemaakt van het bestuur dat verantwoordelijk is voor het door de KCC te controleren boekjaar.
  2. De KCC mag niet slechts bestaan uit leden van één specifieke commissie met eigen financiële middelen ten tijde van het door de KCC te controleren boekjaar.
  3. De leden van de AVC dienen eveneens te voldoen aan de in lid 1 en 2 van dit artikel gestelde voorwaarden.
  4. De KCC en de AVC controleren zowel de afrekening van commissies met eigen financiële middelen als de afrekening van GEWIS.
  5. Het jaarverslag bevat ten minste een activiteitenoverzicht, een balans en een winst- en verliesrekning.

BENOEMING BESTUURSLEDEN.

HR artikel 8.

  1. Naast de in artikel 12, tweede lid, van de statuten genoemde functies, vervullen de leden van het bestuur ten minste de volgende functies, op alfabetische volgorde: commissaris externe betrekkingen, commissaris interne betrekkingen en commissaris onderwijs.
  2. Behoudens het in artikel 12, tweede lid, van de statuten bepaalde, kan een bestuurslid niet meer dan twee functies zoals vermeld in het eerder genoemde lid en lid 1 van dit artikel op zich verenigen.
  3. Leden van het bestuur worden benoemd voor een periode, die loopt van de aanstelling tot en met de daaropvolgende 30 juni.

TAKEN EN BEVOEGDHEDEN BESTUUR.

HR artikel 9.

  1. Het bestuur draagt zorg dat de GEWIS-ruimte tijdens de college- en tentamenperiodes dagelijks tenminste van 10.00 tot 16.00 uur open is, behoudens vrije dagen.
  2. Het bestuur dient tijdens de college- en tentamenperiodes tussen 12.30 en 13.30 uur in de GEWIS-ruimte bereikbaar te zijn, behoudens vrije dagen.
  3. Het bestuur vergadert tijdens de college- en tentamenperiode tenminste één keer per twee weken.
  4. Het bestuur is verantwoordelijk voor de personele bezetting van alle commissies.
  5. Het bestuur beheert de GEWIS-ruimte.
  6. Voor het doen van niet begrote uitgaven en het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt en die op geld gewaardeerd een bedrag van 700 euro boven het begrote bedrag plus de daaraan verbonden inkomsten te boven gaan dient het bestuur toestemming te verkrijgen van de ALV.
  7. Ieder bestuurslid dient tijdens zijn of haar bestuurslidmaatschap een draaiboek van zijn of haar activiteiten bij te houden.
  8. Ieder bestuurslid brengt na elk halfjaar van zijn of haar bestuurslidmaatschap zo spoedig mogelijk verslag over deze periode uit aan de leden en geeft een planning voor het komende halfjaar, indien van toepassing.
  9. Het bestuur brengt na elk halfjaar een financieel verslag uit ter inzage aan de ALV. Dit verslag behelst een balans, een staat van baten en lasten en een toelichting.
  10. Het bestuur dient zich te richten naar het beleid zoals vastgesteld in de laatst goedgekeurde beleidsnota.
  11. Het bestuur kan naar eigen inzicht de beleidsnota wijzigen en goedkeuren en dient de gewijzigde beleidsnota bekend te maken aan de leden.
  12. Het is de plicht van het bestuur er op toe te zien dat de statuten, het HR en de besluiten van de vereniging worden nageleefd en melding te maken op de eerstvolgende ALV mochten er ongeregeldheden optreden of met redelijke waarschijnlijkheid gaan optreden.
  13. Wanneer een van de, in artikel 10 vernoemde, verantwoordelijkheden overgedragen wordt aan een andere functie, zal dit expliciet vermeld worden in de beleidsnota. De voorzitter kan niet de verantwoordelijkheid van het vervangen van de voorzitter hebben.

VERANTWOORDELIJKHEDEN BESTUURSLEDEN.

HR artikel 10.

De bestuursleden hebben in ieder geval de volgende verantwoordelijkheden:

  • De voorzitter:
    het verzorgen van de continuïteit binnen het bestuur en de representatie van het bestuur; het voorzitten van bestuursvergaderingen en ALV's; het delegeren van taken binnen het bestuur en er op toezien dat die worden uitgevoerd; het bijwonen van de vergaderingen van de FSE.
  • De secretaris:
    het notuleren van bestuursvergaderingen, voorzittersvergaderingen en ALV's; het bijhouden van het archief; het verzorgen van de ledenadministratie; het verzorgen van de administratie van afgestudeerden; het verzorgen van de inkomende en uitgaande post.
  • De penningmeester:
    het bijhouden van het kasboek; het beheer van de financiën; het samenstellen van de financiële verslagen, waaronder d financiële delen van het (half)jaarveslag; het opstellen van de begroting; het controleren van de financiële gang van zaken binnen commissies.
  • De commissaris externe betrekkingen:
    het verzorgen van de contacten met bedrijven en instellingen; het beheren van het bedrijvenbestand; het coördineren van sponsoring voor GEWIS; het coördineren van de sponsoraanvragen van de verschillende commissies; het coördineren van de bezoeken van de verschillende commissies en/of leden aan bedrijven en instellingen.
  • De commissaris interne betrekkingen:
    het actief bij GEWIS betrekken van leden en medewerkers; het coördineren van de aankondigingen van activiteiten, alsmede het verzorgen van de activiteitenlijst; het bijhouden van het fotoarchief; het onderhouden van de GEWIS-ruimte; het voorzitten van voorzittersvergaderingen; het bijwonen van het boekenoverleg van de FSE met de leverancier; het vervangen van de voorzitter indien laatstgenoemde verhinderd is zijn taken uit te voeren.
  • De commissaris onderwijs:
    het voorkomen, signaleren en mede oplossen van problemen in het onderwijs; zich informeren over wat er onder de studenten met betrekking tot het onderwijs leeft; het behartigen van studentenbelangen waar hij of zij dit nodig of nuttig acht; het werk van de leden van raden en commissies van de faculteit M\\&CS enerzijds, en van de studentenraad anderzijds, coördineren; het bijwonen van vergaderingen van de studentenraad; het verstrekken van de lijst met benodigde boeken aan de leverancier.

Raad van Advies.

HR artikel 11.

  1. De RvA dient ter ondersteuning van het bestuur.
  2. De taak van de RvA is het voorzien van gevraagd en ongevraagd advies aan het bestuur, met betrekking tot het gevoerde beleid, strategische keuzes en overige bestuurs- en verenigingsaangelegenheden waarover dit wenselijk wordt geacht uit overeenstemming tussen bestuur en RvA.
  3.  
    1. De RvA bestaat uit ten minste drie leden, waaronder één voorzitter, welke fungeert als aanspreekpunt.
    2. Alle leden van de RvA dienen lid te zijn van GEWIS.
    3. De RvA bestaat ten minste uit twee leden met ervaring als bestuurder van GEWIS.
    4. Leden van het bestuur kunnen geen lid zijn van de RvA.
    5. Benoeming van leden van de RvA geschiedt door de ALV, op voordracht van het bestuur en de RvA tezamen.
    6. Leden van de RvA worden (her)benoemd tot de eerste ALV van het volgende verenigingsjaar. De ALV besluit tijdens deze vergadering tot een herbenoeming óf ontslag van het lid. De ALV kan een lid ook eerder ontslag verlenen.
    7. De samenstelling van de RvA wordt door de ALV een voldoende goede afspiegeling van de vereniging, met voldoende ervaring, geacht om diens taak naar behoren uit te voeren.
  4. De RvA behartigt in diens adviezen de belangen van de vereniging en handelt onafhankelijk van de individuele belangen van zijn leden.
  5. Het bestuur initieert vergaderingen met de RvA. Wanneer hij daarvoor de noodzaak ziet, kan de RvA het contact initiëren, en tevens afzonderlijk van het bestuur vergaderen.
  6. Op de eerste ALV van het verenigingsjaar alsmede op de eerste ALV na 1 januari van dat jaar, brengt de RvA, al dan niet mondeling, verslag uit van zijn visie op de gang van zaken tussen het bestuur en de RvA.

COMMISSIES.

HR artikel 12.

  1. Oprichting van een commissie geschiedt door het bestuur op verzoek van ten minste een lid dat bereid is zitting te nemen in deze nieuwe commissie als voorzitter. Bij de oprichting benoemt het bestuur een voorzitter en eventueel andere leden van de commissie.
    De beoogd voorzitter van de nieuwe commissie draagt zorg voor het indienen van het commissiereglement, waarin ten minste de volgende onderwerpen beschreven worden:
    1. De naam en definitie van de commissie;
    2. Het doel van de commissie;
    3. De gewenste middelen;
    4. De functies binnen de commissie;
    5. De looptijd van de commissie;
    6. Een verklaring omtrent het gebruik van persoonlijke data.
  2. Benoeming van nieuwe leden en wijzigingen van functies van een reeds bestaande commissie geschieden door het bestuur op voordracht van de betreffende commissie, met goedkeuring van de betreffende leden. Leden van de commissie gaan, met het lidmaatschap van de commissie, akkoord met het handelen volgens het commissiereglement van de commissie.
  3. Goedkeuring van een nieuw of gewijzigd commissiereglement geschiedt door het bestuur op verzoek van de commissie.
  4. Het lidmaatschap van een commissie eindigt indien het bestuur het commissielid als zodanig ontslaat, indien het commissielid ontslag neemt, indien het lidmaatschap van GEWIS beëindigd wordt of indien de betreffende commissie wordt opgeheven.
  5. Opheffing van een commissie geschiedt door het bestuur.
  6. Decharge van een commissielid geschiedt door het bestuur. De voorzitter en de penningmeester van een commissie kunnen pas gedechargeerd worden nadat de afrekening van de commissie is goedgekeurd.
  7.  
    1. De voorzitter van een commissie fungeert als aanspreekpunt.
    2. De voorzitter van een commissie delegeert de taken binnen de commissie en ziet erop toe dat deze worden uitgevoerd.
    3. De voorzitter van een commissie draagt zorg voor vertegenwoordiging door een commissielid, bij voorkeur de voorzitter zelf, op de voorzittersvergaderingen. Indien de vertegenwoordiging niet gebeurt door de voorzitter, meldt de voorzitter dit voorafgaand aan de vergadering aan het bestuur.
    4. De voorzitter van een commissie daagt zorg voor vertegenwoordiging, bij voorkeur de voorzitter zelf, bij de koffiedates van deze commissie.
    5. De voorzitter van een commissie draagt evenals de penningmeester financiële verantwoordelijkheid.
  8.  
    1. Een commissie mag geen uitgaven doen of verbintenissen aangaan voordat ze een door het bestuur of door de ALV goedgekeurde begroting heeft.
    2. Bij het inleveren van de begroting wordt een afspraak gemaakt voor het inleveren van de afrekening.
    3. Indien een commissie verwacht zich niet aan de goedgekeurde begroting te kunnen houden, dient zij de begroting bij te stellen en opnieuw goed te laten keuren door het bestuur.
    4. Een commissie mag geen uitgaven doen of verbintenissen aangaan die hoger zijn dan begroot zonder toestemming van het bestuur.
  9.  
    1. Een commissie mag niet meer uitgaven doen en financiële verplichtingen aangaan dan 250 euro boven haar zekere inkomsten, zonder toestemming van het bestuur.
    2. Een commissie mag niet meer uitgaven doen en financiële verplichtingen aangaan dan 700 euro boven haar zekere inkomsten, zonder toestemming van de ALV.
  10.  
    1. Voor elke door het bestuur of door de ALV goedgekeurde begroting dient de commissie in hetzelfde boekjaar een financiële afrekening ter goedkeuring in te dienen bij het bestuur.
    2. Door het goedkeuren van een afrekening neemt het bestuur de verantwoording over het financiële beleid over.
    3. Een commissie dient de afrekening waarbij de bijdrage van GEWIS hoger is dan begroot of waarvoor het bestuur geen financiële verantwoordelijkheid neemt, ter goedkeuring voor te leggen aan de ALV.
  11. De penningmeester van een commissie is verantwoordelijk voor de financiële transacties, en het indienen van begrotingen en financiële afrekeningen.
  12. Als een commissie door het doen van niet-toegestane uitgaven of het aangaan van niet-toegestane verbintenissen, moedwillig of ten gevolge van grove nalatigheid, of door grove nalatigheid ten aanzien van de begroting, de vereniging, de faculteit M\\&CS of indien aanwezig, deelnemers financieel benadeelt, ongeacht de manifestatie van deze benadeling, dan kan de ALV de betrokken commissieleden individueel aansprakelijk stellen voor (een deel van) het geleden verlies, tenzij het bestuur de afrekening van de commissie heeft goedgekeurd, in welk geval de aansprakelijkheid op de betrokken bestuursleden overgaat.

DISPUTEN.

HR artikel 13.

  1. Oprichting van een dispuut geschiedt door de ALV op verzoek van tenminste drie leden die bereid zijn zitting te nemen in dit nieuwe dispuut, waarvan één als voorzitter. Alle beoogde leden van een dispuut dienen lid te zijn van GEWIS. Bij de oprichting benoemt de ALV een voorzitter en andere leden van het dispuut.
    De beoogde voorzitter draagt zorg voor het indienen van het dispuutsreglement, waarin ten minste de volgende onderwerpen beschreven worden:
    1. De naam en definitie van het dispuut;
    2. Het doel van het dispuut;
    3. De gewenste middelen;
    4. De functies binnen het dispuut;
    5. De looptijd van het dispuut;
    6. Een verklaring omtrent het gebruik van persoonlijke data.
  2. Benoeming van nieuwe leden en wijzigingen van functies van een reeds bestaand dispuut geschiedt door het bestuur op voordracht van het betreffende dispuut, met goedkeuring van de betreffende leden.
    Beoogd nieuwe leden dienen lid te zijn van GEWIS.
    Leden van het dispuut gaan, met het lidmaatschap van het dispuut, akkoord met het handelen volgens het dispuutsreglement van het dispuut.
  3. Goedkeuring van een gewijzigd dispuutsreglement geschiedt door het bestuur op verzoek van het dispuut.
  4. Actieve dispuutsleden zijn zij die lid zijn van een dispuut én studeren of in het huidige verenigingsjaar gestudeerd hebben.
    In overige gevallen, kan het bestuur het dispuutslidmaatschap als actief beschouwen op verzoek van het lid als dit lid vanuit dit dispuut een actieve bijdrage levert aan de vereniging.
    Het dispuutslidmaatschap wordt telkens ten hoogste tot het einde van het verenigingsjaar als actief beschouwd.
  5. Inactieve dispuutsleden zijn zij die lid zijn van een dispuut en geen actief dispuutslid zijn.
  6. Inactieve dispuutsleden mogen geen functie uitoefenen binnen een dispuut.
  7. Een dispuut heeft een voorzitter, met taken en verantwoordelijkheden zoals gedefinieerd in HR-artikel 12 lid 7.
  8. Een dispuut bestaat uit tenminste 3 actieve dispuutsleden.
  9. Opheffing van een dispuut gebeurt door de ALV. Evaluatie van de disputen gebeurt uiterlijk op de laatste ALV van elk verenigingsjaar. De aanwezigheid en de activiteit van het dispuut worden hier bij als leidraad genomen.
  10. Een dispuut heeft dezelfde financiële verplichtingen als een commissie, zoals vastgelegd in HR-artikel 12 lid 8, 9, 10, 11 en 12, bij activiteiten waarvoor dit dispuut middelen van GEWIS gebruikt. Deze verplichtingen zijn niet van toepassing op overige activiteiten van een dispuut.

VOORZITTERSVERGADERING.

HR artikel 14.

  1. Minimaal viermaal per verenigingsjaar, gespreid over het jaar, roept het bestuur een voorzittersvergadering bijeen.
  2. In de voorzittersvergadering hebben de bestuursleden en de vertegenwoordigers van alle commissies en disputen zitting.
  3. Het doel van de voorzittersvergadering is het bespreken van informatie die relevant is voor meerdere van de vertegenwoordigde organen. De onderwerpen die besproken zullen worden, zullen worden vermeld op de agenda.
  4. Alle vertegenwoordigde organen kunnen agendapunten aanvragen. Agendapunten moeten minimaal 3 werkdagen voor de vergadering aangevraagd worden bij het bestuur.
  5. Over toelating van andere dan in lid 2 genoemde personen beslist het bestuur.

KOFFIEDATES

HR artikel 15.

  1. Minimaal viermaal per verenigingsjaar tenzij anders overeengekomen tussen het bestuur en het orgaan, gespreid over het jaar, vinden voortgansgesprekken plaats in de vorm van koffiedates met een vertegenwoordiger van het bestuur en met de vertegenwoordigers van elk van de commissies zoals bedoeld in artikel 12 en disputen zoals bedoeld in artikel 13. De in de erste volzin bedoelde frequentie wordt vermenigvuldigd met het deel dat het orgaan gedurende een vereningingsjaar bestaat.
  2. Indien de ALV dit van een ALV-werkgroep zoals bedoeld in artikel 16 verlangt, geldt het in het eerste lid van dit artikel bepaalde ook voor ALV-werkgroepen met dien verstande dat de ALV de frequentie bepaalt.
  3. De datum van de koffiedate wordt in overleg tussen het orgaan en het bestuur vastgesteld in een voor alle organen gelijkgestelde periode van minimaal 2 weken.
  4. Het doel van de koffiedates is het overdragen van informatie over het functioneren van het desbetreffende orgaan aan het bestuur waaronder het evalueren van georganiseerde activiteiten; het bespreken van toekomstige plannen; alsmede het bespreken van eventuele knelpunten.
  5. Van de zaken die besproken zijn, worden schriftelijke aantekeningen opgemaakt. De vertegenwoordiger van het orgaan en de vertegenwoordiger van het bestuur zorgen dat de andere leden van het orgaan respectievelijk de andere leden van het bestuur mondeling of schriftelijk geïnformeerd worden over belangrijke zaken die besproken zijn.
  6. In overleg met het bestuur en het betreffende orgaan kunnen anderen dan de in het eerste lid bedoelde aanwezigen de koffiedate bijwonen.

ALV-WERKGROEPEN.

HR artikel 16.

  1. Oprichting en opheffing van een ALV-werkgroep geschiedt door de ALV.
  2. Een ALV-werkgroep heeft een naam en een doelstelling.
  3. In die gevallen dat een ALV-werkgroep persoonlijke data verwerkt, zal aan de ALV ter goedkeuring een verklaring omtrent het gebruik van persoonlijke data worden voorgelegd.
    Leden van de ALV-werkgroep gaan, met het lidmaatschap van de ALV-werkgroep, akkoord met het handelen volgens datgene dat beschreven is in deze verklaring.
  4. Een ALV-werkgroep heeft een voorzitter, met taken en verantwoordelijkheden als gedefinieerd in HR-artikel 12 lid 7a, 7b en, indien van toepassing, 7d.
  5. Een ALV-werkgroep bestaat uit tenminste 3 leden. Alle leden van een ALV-werkgroep dienen lid te zijn van GEWIS.
  6. ALV-werkgroepen dienen gedurende hun bestaan op elke ALV, al dan niet mondeling, verslag uit te brengen van hun verrichtingen, indien de ALV dit verlangt.
  7. Een ALV-werkgroep heeft dezelfde financiële verplichtingen als een commissie, zoals vastgelegd in HR-artikel 12 lid 8, 9, 10, 11 en 12, bij activiteiten waarvoor deze ALV-werkgroep middelen van GEWIS gebruikt. Deze verplichtingen zijn niet van toepassing op overige activiteiten van een ALV-werkgroep.

FINANCIËLE VERPLICHTINGEN BIJ DEELNAME AAN ACTIVITEITEN.

HR artikel 17.

  1. In overeenstemming met het in artikel 8 van de statuten bepaalde, kan een financiële bijdrage worden gevraagd voor deelname aan activiteiten van de vereniging.
  2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde bijdrage kan hoger zijn voor afgestudeerden of overige niet-leden dan voor leden.
  3. De in lid 1 van dit artikel bedoelde bijdrage kan lager zijn voor leden die hun lidmaatschap voor het eerst zijn aangegaan in het huidige verenigingsjaar om deelname aan activiteiten te stimuleren. In uitzonderlijke gevallen kan tot een lagere bijdrage voor andere leden om dezelfde reden worden besloten.
  4. Een deelnemer is verplicht de bijdrage te voldoen na aanmelding voor een activiteit. Hiervoor kunnen nadere regels worden opgenomen in een separaat reglement.

FINANCIËLE BEPALINGEN.

HR artikel 18.

  1. De vereniging beschikt over een algemene reserve. Dit onderdeel van het eigen vermogen heeft de vereniging te allen tijde beschikbaar in liquide middelen.
    De algemene reserve wordt dan en alleen dan aangesproken wanneer het voortbestaan van de vereniging acuut in gevaar dreigt te komen of het niet aanwenden van de reserve een buitensporig grote financiële schade met zich meebrengt. De ALV beslist over het al dan niet aanwenden van deze algemene reserve en de interpretatie van voornoemde voorwaarden.
    De algemene reserve is vastgesteld op 30.000 euro (per 1-7-2012, jaarlijks gecorrigeerd met de inflatie gedurende het boekjaar).

SLOTBEPALING.

HR artikel 19.

  1. In alle gevallen waarin dit reglement of de statuten niet voorzien, beslist het bestuur, onverminderd het recht van de ALV in gevolge van Statuten artikel 15 deze bestuursbeslissingen later te herroepen.

GEWIS gebruikt functionele cookies om de website te laten functioneren en analytische cookies om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Als u geen analytische cookies wilt, kunt u zich hieronder afmelden.